Dronken Werner verziekt Koningsdag met billenknijpen

De schrijvers van de rubriek Bij de Politierechter
© Theresa Hartgers
LEIDEN - Koningsdag, een jaar geleden. Het is gezellig op de Lammermarkt in Leiden. Het is niet bloedheet maar de zon schijnt, er is muziek en er wordt gedanst. Christel danst lekker mee, samen met een aantal vriendinnen, tot ze onverhoeds in haar billen wordt geknepen door een hand die daarna ook nog tussen haar benen glijdt.
Dit is een verhaal in onze serie Bij de Politierechter.
'Wat de fok doe je nou toch', roept ze tegen de man die ze ziet als ze zich omdraait. Hij staart wat wezenloos in de lucht. 'Kijk me aan als ik tegen je praat!' Geen reactie. Ze duwt hem weg, één, twee, misschien wel vijf keer. Als hij eindelijk weggaat, loopt ze naar de beveiliging en vertelt wat haar is overkomen. Ze wijst de dader aan en die wordt aangehouden.
Nu zit hij voor de rechter, de 26-jarige Werner, op verdenking van aanranding. Christel, een jaar of vijf jonger, zit schuin achter hem, klaar om straks haar slachtofferverklaring voor te lezen. Werner kan het zich allemaal niet meer voor de geest halen, want hij had nogal wat gedronken.

In de olie

'Best wel veel, een stuk of twaalf biertjes', leest de rechter in het dossier, 'eerst thuis indrinken met een stuk of zes, daarna in Leiden nog een paar en op de Lammermarkt ging u over op pitchers, extra grote glazen. Dan was u aardig in de olie, toch?'
Werner bevestigt dat. Hij heeft een paar biertjes nodig om los te komen en te dansen, zeker als er andere mensen bij zijn. Maar hij heeft niet in Christels billen geknepen, zegt hij, dat weet hij heel zeker, zelfs na al dat bier. Hij heeft hooguit, misschien, tijdens het dansen, iemand anders in de menigte geraakt met een zwaaiende arm.

Lengte klopt niet

De rechter houdt hem voor dat hij meteen bij zijn aanhouding zelf tegen de politie is begonnen over billen knijpen. Ook dat hij in een later verhoor zegt dat hij het niet meer weet en weer later zegt hij dat hij misschien per ongeluk tijdens het dansen iemand heeft aangeraakt.
'Waarom zou ze u aanwijzen als de dader', vraagt de rechter. Christel heeft een heel precieze omschrijving gegeven van Werner, z'n jas, bril en petje. Alleen z'n lengte klopt niet helemaal. 'Dat het gebeurd is, sluit ik niet uit', zegt hij nu. 'Ik zou het heel vervelend vinden. Ik heb zelf twee zusjes en een vriendin. Ik kan me niet herinneren dat ik door iemand ben geduwd. Ik ben geen 1,70, maar 1,85.'

Daderkennis

De officier van justitie wil meer weten over die allereerste bekentenis, waarin Werner zelf begint over billen knijpen. De politie ziet dat als daderkennis. Werner zegt dat hij het zich niet kan herinneren. Hij weet wel heel goed dat hij Christel niet heeft geknepen. 'Dus u weet bijna niks meer, maar dat nog wel?'
De officier vraagt het nog een keer: 'Hoe kan het dan dat de agenten, die niet hebben gedronken en een ambtseed hebben, dat toch opschrijven?' Werner zegt nu: 'Omdat ik tijdens het dansen misschien per ongeluk een bil heb aangeraakt.' De officier: 'Maar er was u nog niets gevraagd over een bil, dus waarom benoemt u dat?' Werner mompelt 'Weet ik niet.'

'Een viespeuk'

Christel is aan de beurt om haar kant van het verhaal te vertellen. 'Jij hebt mij beschadigd. Door jou ging ik van een leuke feestdag naar huilend op een politiebureau, omdat ik me zo vies voelde. Ik durfde die broek een week niet meer aan. Ik keek nog weken achterom om te zien of jij er was.'
Ze is nu in tranen. 'Ik zag je weglopen. Ik ben blij dat ik je kon aanwijzen en je niet ongestoord kon wegkomen, zoals zo vaak bij types zoals jij. Je bent gewoon een viespeuk. Ik hoop dat je beseft wat je hebt gedaan. Is dit het je allemaal waard geweest? Al dit gedoe omdat jij je gore handen niet bij je kon houden?'

Petje en bril weggestopt

De officier van justitie ziet voldoende bewijs voor de aanranding. Werner voldeed aan de omschrijving die Christel gaf, ook al had hij zijn petje en bril weggestopt en zijn jas uitgedaan. 'Toen ze hem wilden aanhouden begon hij zelf over dat alcohol hem zo lekker los maakt en dat hij dan anders gaat functioneren en dat hij billen heeft aangeraakt.'
'De verbalisant zegt niets over billen, dat is daderkennis. Als ik hem vandaag zo hoor, vind ik zijn verklaring onbetrouwbaar en niet aannemelijk.' Ze houdt rekening met Werner z'n moeilijke jeugd, maar zegt ook: 'Dat is geen excuus voor wat je later doet.' Ze eist een taakstraf van tachtig uur.

Verkeerde verdachte

Werners advocaat betoogt dat haar cliënt de verkeerde verdachte is. 'Hij vindt het oprecht heel erg, maar hij was het niet. De echte dader loopt nog vrij rond, dat is het ergste voor iedereen.' Ze vindt dat Werner helemaal niet voldoet aan de beschrijving van Christel.
'Hij wordt los van alcohol, maar het was wel festivalbier, dus daar zit niet zoveel alcohol in. En iedereen was dronken, ook het slachtoffer. Ik wil haar niet zwart maken maar ze had zes wodka-jus op. Hij heeft een vriendin en hij walgt ervan dat hij hiervan wordt beschuldigd. Hij heeft voor zijn nieuwe baan een VOG nodig, dus de schade zou enorm zijn', aldus de verdediging.

Huilbui

Werner krijgt het laatste woord. Hij komt niet verder dan 'ik klap een beetje dicht'. Als de rechter even naar achteren gaat om na te denken over haar oordeel barst de verdachte uit in een onbedaarlijke huilbui. Schuin achter hem heeft ook Christel het te kwaad.
Korte tijd later is de rechter terug. 'Voor mij is het gesprek met de eerste agent doorslaggevend', begint ze haar uitspraak. 'U zegt daar niet: ik ben misschien met mijn hand langs een bil gegaan, maar dat u in haar billen heeft geknepen. Dat impliceert opzet.'

Taakstraf

'Dan heeft uw advocaat wel gelijk dat u niet helemaal aan het signalement voldoet, maar ja, 1,75 of 1,85, het was druk, u had wel een zwarte jas en gezien dat gesprek zou ik niet weten hoe je 'aan iemand zitten' anders kan uitleggen.'
Ze houdt rekening met vergelijkbare zaken op andere festivals en veroordeeld Werner tot een taakstraf van vijftig uur. 'U mag gaan.' Omdat iedereen vervolgens blijft zitten, vervolgt ze tegen Christel 'als u nou eerst gaat, en u', ze knikt naar Werner, 'er achteraan.' Zo geschiedt. Werner kijkt strak naar de vloer als hij de zaal verlaat.
De namen van Werner en Christel zijn gefingeerd.